Het jaar 2017 bracht interessante foodtrends met zich mee, zoals de opkomst van de exotische keuken met bijvoorbeeld de Hawaiiaanse poké bowls of het fermenteren van voedsel zoals kombucha. Wat staat de supermarkten in 2018 te wachten op gebied van food? Sweetpoint omschrijft hier vijf belangrijke foodtrends met de focus op AGF.

De top vijf:

  1. ‘Hightech’ plantaardig

Plantaardige voeding heeft het afgelopen jaar, zowel in Nederland als wereldwijd, flink aan populariteit gewonnen. Ook in 2018 ontwikkelt deze trend zich verder. Zo ontstaan er organisaties die zich samen met technologiebedrijven en wetenschappers bezighouden met het ontwikkelen van recepturen en technologieën op basis van plantaardige grondstoffen. Producten worden ontwikkeld vanuit een duurzaam ideaal of nieuwe productiemethode die aansluiten op toekomstige behoeften.

Een voorbeeld hiervan is Hampton Creek, met plantaardige mayonaise waarbij de eieren vervangen worden door een plantaardig eiwit. Of Impossible Foods, die vleesproducten op basis van plantaardig eiwit fabriceert. Dit zijn bedrijven die ervoor zorgen dat plantaardige vlees- en zuivelvrije producten nauwelijks meer van de echte te onderscheiden zijn en een oplossing bieden voor duurzaamheidsvraagstukken.

  1. Gezond komt vóór lekker

Volgens trendwatcher Anneke Ammerlaan is het in 2018 ‘all about personalized nutrition’. Gezond komt daarbij vóór lekker. De focus ligt op voeding die specifiek is toegeschreven aan de lichamelijke behoefte en conditie. Zo werkt de Nederlandse onderzoeksinstelling TNO samen met de Amerikaanse startup Habit, om op basis van DNA persoonlijk advies te geven over optimale voeding. Vooral jonge ouders vinden dit soort gepersonaliseerde voeding belangrijk.

In Amerika haakt de startup ‘Little Spoon’ hier handig op in. Op basis van informatie over het kind, zoals leeftijd, lengte, gewicht en allergieën, maken zij volledig op het kind afgestemde verse maaltijden klaar, die ook nog eens thuis worden bezorgd. Deze trend zullen wij in allerlei vormen verder zien ontwikkelen. Zo zal er steeds meer advies op basis van persoonlijke behoefte gegeven worden, bijvoorbeeld bij het aankopen van producten (online én op de winkelvloer) of bij de aanschaf van maaltijdboxen.

  1. Alles (her)gebruiken

Restaurants proberen de hoeveelheid afval te beperken en gebruiken ingrediënten van kop tot staart. Op die manier ontstaan er nieuwe, creatieve gerechten. Wat dacht je van pesto van worteltopjes? Popcorn en chips zijn al jarenlang de favoriete snacks in bioscoopzalen. De kans is groot dat deze lekkernijen in 2018 concurrentie van andere varianten krijgen, zoals gepofte pinda’s, knapperige schijfjes spruiten of chips van puntpaprika.

Groente- en fruitproducenten verwerken restproducten die niet geschikt zijn voor de verkoop al in andere producten. Denk aan restpaprika’s in een paprikasoep of paprika-tapenade. De ontwikkelingen van deze productvarianten staan nog in de kinderschoenen, maar gaan we in 2018 zeker vaker zien. In de glastuinbouwsector zijn de belangrijke thema’s, naast het ‘verwaarden’ van restproducten, het recyclen van gewassen door onder andere de vezels te gebruiken voor bouwmaterialen. De steenwolmatten die in de kas gebruikt worden om de planten in te laten groeien, worden bijvoorbeeld in de wegen- en huizenbouw hergebruikt.

  1. Inspiratie uit het Midden-Oosten

Culinaire invloeden vanuit het Midden-Oosten vinden al jaren hun weg naar het Westen, maar in 2018 zullen deze smakelijke invloeden een nóg belangrijkere rol spelen. Producten als hummus, pita en falafel zijn al bekende smaakmakers. Nu zijn consumenten klaar om ook de diepe tradities, de regionale nuances en de klassieke ingrediënten uit het Midden-Oosten verder te ontdekken. Met name Perzische, Israëlische, Marokkaanse, Syrische en Libanese invloeden zullen de boventoon voeren.

Specerijen zoals harissa, kardemom en za’atar passen in steeds meer menu’s, zo ook gerechten als shakshuka, gegrilde halloumi en lamsstoofpot. Andere trending ingrediënten uit het Midden-Oosten zijn granaatappel, tahin, tomatenjam en gedroogde vruchten.

  1. De toekomstige supermarkt

Rondom de shopper wordt de factor beleving alleen maar belangrijker. Een vooruitstrevend voorbeeld van hoe hier in het buitenland mee om wordt gegaan is de Coop in Milaan, ook wel de supermarkt van de toekomst genoemd. Daar passen ze augmented reality toe om consumenten van uitgebreide productinformatie te voorzien en creëren daarmee totale transparantie.

Een ander voorbeeld is Eataly World in Bologna met een miljoen vierkante meter met alles over voeding: veertig landbouwbedrijven, veertig restaurants en zes educatieve attracties. Een Disneyland voor fijnproevers. Dit is een blauwdruk van wat we in de winkels op zouden moeten nemen: smaak, educatie, opwinding en empowerment.

Online boodschappen doen staat ​​bovenaan ieders lijst, en er is geen twijfel over mogelijk dat dit zal blijven groeien en evolueren. Het International Council of Shopping Centers ontdekte dat 61 procent van de consumenten die online shopt, ook in de winkel komt en extra aankopen doet. Daaruit blijkt dat klanten een relatie met hun supermarkt willen hebben en houden.

Een van de grootste bedreigingen in 2018 voor traditionele levensmiddelen wordt gecreëerd door blockchain-technologie. Het doel is om producten rechtstreeks aan consumenten te verkopen, waardoor retailers overbodig worden. Hoe graag deze technologie de manier waarop mensen winkelen zou willen veranderen; de relatie tussen de fysieke winkel en zijn consumenten blijft altijd relevant.

Wil je nog meer inspiratie opdoen of slimme tips krijgen om het AGF-schap een boost te geven? Download dan het e-book ‘Vier tips voor een succesvoller AGF-schap’.

Niet voor niets is AGF met een omzetstijging van 7.5 procent een van de hardst groeiende segmenten in Nederlandse supermarkten. Groente eten is niet alleen gezond (groenten bevatten veel essentiële voedingsstoffen), goed voor het gewicht (weinig calorieën) en relatief goedkoop. Het verkleint ook onze belasting op het milieu. De voedingsmiddelenindustrie is verantwoordelijk voor meer dan een vierde van de uitstoot van broeikasgassen. Waar vlees een van de grootste boosdoeners is, is groente dus een stuk duurzamer.

Anneke Ammerlaan, food watcher en culinair journalist, verklaart dat Nederlanders bewuster zijn gaan eten. Enerzijds om een gezonde levensstijl na te streven en anderzijds om een betere leefomgeving te creëren voor iedereen. Duurzaam eten is een trend die in Nederland grote veranderingen teweeg weet te brengen. In deze blog lees je de meest opvallende ontwikkelingen rondom duurzaam eten.

Groente als ontbijt, lunch en diner

In de tijd van de traditionele Hollandse pot was groente slechts een bijproduct. Inmiddels worden groenten steeds vaker op andere momenten genuttigd: als ontbijt, lunch, diner en als tussendoortje. Steeds meer consumenten eten ‘s ochtends een ontbijtsalade, smeren in de middag groentespread op hun boterham en nemen een groentesnack als tussendoortje.

Bewuster omgaan met restjes

Consumenten, maar ook restauranthouders gaan steeds bewuster om met restjes. Waar de stammetjes van broccoli bijvoorbeeld vroeger standaard in de prullenbak belanden, gaan ze nu vaak mee de pan in. Ook groenten die net wat minder mooi gevormd zijn, worden niet meer weggegooid, maar bijvoorbeeld in de soep gebruikt. Met afvalproducten kunnen we op deze manier alsnog de lekkerste dingen maken.

Onderzoek naar Moodfood

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat er een relatie bestaat tussen overgewicht, stemmingswisselingen en depressies. Volgens schrijfster Mirjam Bakker past wat wij nu eten niet bij wat ons lichaam nodig heeft om goed te kunnen functioneren: ‘Vroeger waren we de hele dag buiten in touw om voedsel te verzamelen. Nu zitten we juist de hele dag binnen en bewegen we onvoldoende.’ Onlangs werd bekendgemaakt dat de Europese Unie negen miljoen euro beschikbaar stelt voor diepgaand onderzoek naar de invloed van diverse soorten voedsel op de gemoedstoestand van de consument.

Steeds meer flexitariërs

Ons land telt steeds meer zogenaamde flexitariërs. Dit zijn mensen die tenminste drie dagen in de week geen vlees eten. Flexitarisme wordt gezien als haalbaar alternatief voor volledig vegetarisch of veganistisch eten. De bekende chefkok Jamie Oliver is een uitgesproken voorstander: ‘Af en toe een dag zonder vlees is een prima gelegenheid om te experimenten met de geweldige variatie aan smaken en texturen, die met groenten kunnen worden gecreëerd.’

Broodje zeewier

Het eten van zeewier op allerlei manieren begint langzaam een hit te worden. In de supermarkten en op de menukaart kom je steeds vaker gerechten op basis van zeewier tegen. Er zijn verschillende redenen waarom deze trend steeds meer vorm begint te krijgen. Zeewier is namelijk niet milieubelastend om te kweken en bovendien zeer voedzaam. Het bevat bijvoorbeeld veel eiwitten en calcium!

Van bijgerecht naar volwaardige maaltijd

Steeds meer restaurants kiezen ervoor om groente een belangrijke rol op de menukaart te geven, door in hoofdgerechten groente als basis te gebruiken in plaats van vlees. Alles wordt uit de kast gehaald om een zo smaakvol mogelijk gerecht te maken, waardoor mensen het zo vertrouwde stukje vlees als snel zijn vergeten.

De AGF-sector is enorm in ontwikkeling. De trend in duurzaam eten is daar een mooi voorbeeld van, maar er zijn nog veel meer trends te ontdekken. Je leest ze in het e-book ‘Trends en ontwikkelingen in AGF: een kijkje in de keuken met food watcher Anneke Ammerlaan’.

We geven je, met dank aan Jurgen Mohr van Brompton RoadThe Shopper Marketing Agency, enkele tips waarmee je slim op de huidige ontwikkelingen inspeelt en het AGF-schap winstgevender maakt.

In supermarkten beslaat de versafdeling een steeds groter gedeelte van de totale oppervlakte. En binnen de versafdeling is AGF ook groeiende. Het afgelopen jaar steeg de omzet met maar liefst acht procent en het ziet ernaar uit dat die groei aan blijft houden. Dat is een prettig uitgangspunt, maar het is belangrijk om continu op zoek te blijven naar nieuwe ideeën en manieren om het AGF-schap nóg succesvoller te maken. Kruip in de huid van de shopper en kijk naar welke ontwikkelingen zich momenteel afspelen.

Durf te innoveren

De afgelopen jaren hebben we geen grote veranderingen in het AGF-schap gezien. Er zijn wat nieuwe producten bijgekomen en het assortiment is in zijn geheel uitgebreid, maar er hebben weinig innovaties plaatsgevonden. De uitdaging is om de routine te doorbreken en iets vernieuwends te proberen. Zijn er meer aansprekende manieren om shoppers te helpen? Zou het bijvoorbeeld niet interessant zijn om bij een barbecue vaker de afwisseling te zoeken tussen vlees, groente, vis en andere ingrediënten?

De optelsom van assortiment, versheid, presentatie en communicatie vormt samen de totale beleving. Stel je eens voor hoe leuk en bijzonder het is om als shopper het gevoel te krijgen dat je rechtstreeks de kweekkas bij de teler inloopt. Maar dan op de AGF-afdeling in een grote supermarkt. De producten hoeven niet netjes gestapeld te liggen, zoals nu vaak het geval is. Het mag juist in simpele veilingkratten zitten, zodat het veel meer de associatie met vers oproept in plaats van gecultiveerde producten. Laat het maar rauw en ruw en niet helemaal perfect zijn. De hang naar authenticiteit blijft voorlopig nog voortduren.

De optelsom van assortiment, versheid, presentatie en communicatie vormt samen de totale beleving.

Jurgen Mohr (Brompton Road, customer journey & shopper marketing)

Dit is een hoofdstuk uit het e-book ‘Vier tips voor een succesvoller AGF-schap’. Wilt u het hele e-book lezen om nog meer tips te lezen voor een succesvoller AGF-schap? Download het e-book dan hier.

SweetPoint geeft tips voor een succesvoller AGF-schap

De wil onder consumenten om gezond te eten is er absoluut, maar wat betreft inspiratie kunnen ze wel wat hulp gebruiken. Als category manager kun je ze de helpende hand bieden om een smaakvolle, gezonde maaltijd op tafel te zetten en tegelijkertijd het AGF-schap een boost te geven. SweetPoint geeft graag advies over hoe je dat doet!

De trend van gezond eten leeft niet alleen onder foodies en hipsters. Uit onderzoek van GfK en Rabo Research blijkt namelijk dat maar liefst 55 procent van de Nederlanders het afgelopen jaar gezonder is gaan eten. En het ziet ernaar uit dat deze gezonde levensstijl nog wel een tijdje aan blijft houden. Waar consumenten echter nog regelmatig mee worstelen, is een gebrek aan inspiratie. De wil om gezond te eten is er ongetwijfeld, maar de tijd en energie om voedzame maaltijden te bedenken schiet vaak tekort. Als category manager kun je hier met het AGF-schap slim op inspelen.

Bied cross-category deals aan

Om de shopper goed te ondersteunen bij de gezonde levensstijl, is het belangrijk om (meer) cross-category deals aan te bieden. Denk hierbij aan maaltijdboxen met de focus op vers, waarmee je consumenten helpt om de voedzame maaltijd op tafel te zetten waar ze naar op zoek zijn. Werk daarvoor de samen met collega’s en creëer aantrekkelijke deals bestaande uit groenten, vlees, vis, aardappelen, rijst en/of kruiden. Door veel afwisseling in de maaltijdboxen aan te brengen help je de consument om veelzijdig te koken. Consumenten staan zeker open voor dit soort prettige hulpmiddelen.

“Door de unieke smaak en diverse toepassingsmogelijkheden, past de zoete puntpaprika goed in de gezonde leefstijl.”

Anneke Ammerlaan

Geef aandacht aan minder bekende groenten

Specifieker op productniveau blijkt dat consumenten van veel groentesoorten wel een idee hebben van hoe de groente smaakt of dat ze het ooit eens in een restaurant geproefd hebben, maar geen idee hebben hoe ze het zelf klaar kunnen maken. Dat is een gemiste kans, want daardoor vallen ze snel terug op standaard groenten zoals bloemkool en boontjes. Heldere communicatie over de minder bekende groenten zou hier goed bij kunnen helpen. Neem bijvoorbeeld de zoete puntpaprika. Het is in de eerste plaats belangrijk dat voor het grote publiek duidelijk wordt wat de zoete puntpaprika is en waar het naar smaakt. Voor veel mensen is het namelijk nog onduidelijk of het een paprika of toch een grote rode peper is. Licht ook toe wat de voedingswaarden zijn en waar de consument het zoal mee kan combineren om een lekkere maaltijd op tafel te krijgen. Als hier aandacht aan wordt gegeven, krijgt deze smaakvolle outsider alle potentie om geliefd te raken. Rijkelijk gevulde puntpaprika’s zouden ook prima dienst kunnen doen als visual of verwerkt kunnen worden in de eerdergenoemde cross-category deals.

De huidige trends en ontwikkelingen, maar ook hetgeen ons in de toekomst te wachten staat, maakt het creëren van winstgevende schapformules belangrijker dan ooit. Het aanbieden van cross-category deals is één manier om het AGF-schap een boost te geven.

Omdat wij invloed hebben op de groenten die consumenten kopen, kunnen we een positieve rol spelen. Klanten die binnenkort in de supermarkt naar een pakje Ovenschotel prei-kerrie met gehakt van Maggi grijpen, gaan hoogstwaarschijnlijk met een extra paprika naar huis. Voedingsfabrikant Nestlé past momenteel alle verpakkingen aan van de Maggi maaltijdmixen die in de Nederlandse schappen zijn te vinden. De aanbevolen hoeveelheid verse groente op de voorkant van de pakjes gaat omhoog van 150 naar 200 gram per persoon. Dat gaat ten koste van 50 gram vlees. Daarnaast komen op een groot deel van de pakjes variatietips die mensen moeten verleiden het gerecht ook eens zonder vlees te bereiden.

Dat heeft grote gevolgen, zegt Justijn Gombert van Maggi. ,,96 procent van de consumenten volgt het recept op de verpakking. In Nederland worden per jaar 5,6 miljoen avondmaaltijden bereid met onze mixen. Dat betekent dat door deze aanpassingen in Nederland op jaarbasis 280.000 kilo minder vlees en 840.000 kilo extra groente worden gegeten.”

Niet alleen nobel

Nestlé wil helpen om Nederlanders gezonder te laten eten, verklaart Gombert. ,,Slechts een kwart van de Nederlanders krijgt 250 gram groente binnen, de hoeveelheid die het Voedingscentrum minimaal aanbeveelt. Omdat wij invloed hebben op de groenten die consumenten kopen, kunnen we een positieve rol spelen.”

De motieven van Nestlé zijn echter niet alleen nobel. Het bedrijf ziet ook dat de verkoop van zijn maaltijdmixpakjes terugloopt. ,,Mensen zijn kritischer gaan kijken naar pakjes”, erkent Gombert, die niet wil zeggen hoeveel minder Maggipakjes in Nederland worden verkocht.

Daarom is Maggi al langer bezig de hoeveelheid zout en e-nummers in zijn producten te verminderen. ,,Dat gaat stapje voor stapje: consumenten wennen langzaam aan minder zout. In tien jaar tijd hebben we wereldwijd al 12.000 ton minder zout in onze Maggiproducten gestopt; vergelijkbaar met het gewicht van de Eiffeltoren.”

Snelkokers

Bij zulke receptwijzigingen komt een hoop kijken. Nestlé mag dan de grootste voedingsfabrikant ter wereld zijn, pakjes als de Dagschotel sperziebonen-satésaus zijn een puur lokale aangelegenheid. Nederlanders zijn namelijk kampioen snelkoken: ze besteden gemiddeld minder dan een half uurtje aan koken, en de helft kan minder dan vijf gerechten uit zijn hoofd klaarmaken. Het clichébeeld dat in Bourgondischer oorden nog meer zelf wordt gekookt, lijkt bovendien waar.

Ten zuiden van onze landsgrenzen worden in elk geval amper maaltijdmixen verkocht, zegt Gombert. ,,In Engeland ook nauwelijks. In Duitsland wel, maar daar zijn mensen bijvoorbeeld gewend om met veel meer room te koken. En ingrediënten verschillen zozeer per land, dat zelfs de samenstelling van bouillonblokjes in België anders is dan hier. In Nederland gebruiken we ze vooral om soep van te maken, in België voor sauzen en gebraad.”

Sleutelen

Aan de vernieuwde recepten met minder vlees en meer groente is meer dan een jaar gesleuteld. De chef-kok van Maggi testte eerst welke groente genoeg smaak toevoegt om ongestraft vlees te kunnen vervangen. Vervolgens zijn de nieuwe recepten door consumenten in hun eigen keuken uitgetest. In het geval van Maggi’s grootste verkoophit, de Ovenschotel Prei-kerrie, leidde dat tot een extra paprika op het boodschappenlijstje in plaats van een extra prei.
De receptuuraanpassing van anderhalf jaar geleden, waarbij Maggi gemiddeld 16 procent van het zout uit de pakjes heeft gehaald, was echter ingewikkelder. ,,We hebben toen heel lang gespeeld met sterke kruiden en specerijen om de gerechten op smaak te houden. Zo hebben we voor de Ovenschotel Prei-kerrie lang gezocht naar de juiste kerriesoort. Dat luistert nauw. Uiteindelijk kwamen we op een mengeling van twee kerrievarianten uit die het beste bleek te passen bij de Nederlandse smaak.”

Schijf van Vijf

Nog liever zien we echter dat mensen meer groente eten zónder een bijbehorend pakje. Het Voedingscentrum noemt het positief dat Nestlé in zijn gerechten opschuift richting de hoeveelheid groente die wordt aanbevolen in de Schijf van Vijf. ,,We weten dat mensen de recepten op pakjes nauwgezet volgen”, verklaart een woordvoerder. ,,Nog liever zien we echter dat mensen meer groente eten zónder een bijbehorend pakje. Want aan pakjes is vaak te veel zout en suiker toegevoegd.”

Voor voedingsfabrikanten die écht het beste voor hebben met de gezondheid van hun klanten, is volgens het Voedingscentrum nog werk aan de winkel. ,,Met alleen de avondmaaltijd krijgen mensen niet genoeg groenten binnen. Voor het ontbijt en de lunch zijn echter nog weinig producten met groente verkrijgbaar. We hopen dat bedrijven met meer alternatieven komen.”

Ook de Albert Heijn

Nestlé is het niet het enige bedrijf dat meer groente promoot – al dan niet ten koste van vlees. Zo heeft Albert Heijn de groenteporties in zijn Allerhande-recepten begin vorig jaar verhoogd van 150 naar 200 gram. En de aanbevolen hoeveelheid op zakken voorgesneden, panklare groente van 200 naar 250 gram. ,,Daarnaast bieden we ook steeds meer gemaksproducten zoals onze verspakketten om zelf verse soep of saus te maken. En hebben we innovaties als courgettespaghetti, bloemkoolrijst en verspreads geïntroduceerd”, zegt een woordvoerder.

Dat resulteert volgens AH in meer groenteverkoop. ,,We zien absoluut een toename. De afgelopen twee jaar zagen we dubbelcijferige groei in de categorie groente en fruit.”

Nederland is ziek en zwaar. De cijfers spreken voor zich. Bijna de helft van de volwassenen heeft overgewicht en ruim vijf miljoen Nederlanders hebben een of meer chronische aandoeningen. We weten allemaal hoe dit komt. Het is ook nog eens keurig wetenschappelijk aangetoond. We eten verkeerd, we bewegen te weinig en we hebben te veel stress. En hierdoor worden we ziek, of eerst dik en daarna ziek.

Ziektelast

Zo hebben op dit moment 900.000 Nederlanders diabetes type 2. En elk jaar komt er een Amsterdam Arena vol nieuwe patiënten bij. In totaal 55.000 mannen en vrouwen per jaar, 150 per dag. Mensen, zoals u en wij, die zullen inleveren op hun kwaliteit van leven en die naar verwachting tien jaar eerder zullen overlijden als gevolg van de ziekte.

De ziektelast is dus groot. Zo ook de kosten. Nederland gaf in 2015, volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek, bijna 95 miljard euro uit aan zorg. Volgens het Centraal Planbureau draagt een modaal gezin op dit moment bijna een kwart van zijn inkomen af aan zorg. Doorgerekend kan dit oplopen tot tussen de 30 en 45 procent in 2040. Een stevige som geld waar we ook een hoop andere leuke en nuttige dingen mee zouden kunnen doen.

Maar er is ook goed nieuws. Ziekte en de daarmee samenhangende kosten zijn voor een belangrijk deel vermijdbaar als we andere keuzes zouden maken. Als individu, als samenleving en als gezondheidszorg.

Het lijden en de kosten als gevolg van leefstijlgerelateerde aandoeningen (zoals diabetes type 2, obesitas, reuma en maag-lever-darmaandoeningen) zijn te beperken als we vanaf nu serieus werk maken van leefstijl als medicijn. Een klein, maar groeiend aantal huisartsen en wetenschappers laat zien dat het kan: geen pillen maar paprika. Ze zetten leefstijl in als medicijn in de curatieve zorg. Jazeker, groente en fruit, fietsen en wandelen of rustig ademhalen op recept.Het Leids Universitair Medisch Centrum en TNO werken hierbij samen. Er steeds meer bewijs dat sommige ziekten met gerichte leefstijlaanpassingen kunnen worden voorkomen en zelfs genezen.

Leefstijl als medicijn

In de praktijk zien huisartsen aansprekende voorbeelden. Wat te denken van de diabetes-type-2-patiënt die binnen een maand kan stoppen met de insuline die hij al tien jaar lang dagelijks spuit? Of de patiënt die wekelijks in bed lag met migraine en nu hoofdpijnvrij door het leven gaat? Nee, niet door ingewikkelde medische ingrepen, maar gewoon, door simpelweg heel gericht anders te eten, te bewegen en te ontspannen.

Nederland is er klaar voor. Leefstijl als medicijn staat volop in de belangstelling van zorgprofessionals, beleidsmakers, zorgverzekeraars en niet in de laatste plaats van patiënten. Steeds meer mensen nemen regie over hun eigen gezondheid. Zij nemen geen genoegen met elk jaar een ziekte, een pil of een spuit erbij. Zij willen hun ziekte omkeren.

Een aantal zorginstellingen loopt voorop. Het ziekenhuis Bernhoven en het Radboudumc zetten voeding bijvoorbeeld in als medicijn om sneller en beter te kunnen herstellen van operaties. Gezonde voeding is ook speerpunt van Reade, centrum voor revalidatie en reumatologie in Amsterdam. Nee, geen hip gedoe met superfoods, maar gewoon vers en onbewerkt eten.

En ook voor huisartsen is de stap niet groot. Patiënten naar de groenteboer verwijzen in plaats van naar de apotheek voelt misschien nog wat onwennig, maar past bij de nuchtere inslag van de Hollandse huisarts. Dokters die internationaal bekendstaan om het voorschrijven van paracetamol en terughoudend medicatiebeleid. Leefstijl als medicijn past bovendien naadloos binnen de beroepsinhoudelijke protocollen en richtlijnen. Voeding, beweging en ontspanning zijn in theorie al eerstekeusbehandeling voor verschillende aandoeningen. De dagelijkse zorgpraktijk is echter weerbarstiger.

Het kan anders, als we maar willen

De Nederlandse gezondheidszorg is er nog niet op ingericht. De meeste studenten geneeskunde krijgen nog geen dag les in voeding tijdens hun zesjarige opleiding. Ze worden volop onderwezen in het opbouwen van medicatie, maar het eerste medicatieafbouwprotocol moet nog worden uitgevonden.

Belemmeringen zitten niet alleen in de gezondheidszorg, maar ook in ons, patiënten en consumenten. Op de Voedseltop in februari zeiden vier ministeries en de voedingsmiddelenindustrie in een slotverklaring tegen elkaar: „Wij willen dat Nederland over 5 tot 10 jaar wereldwijd de onbetwiste koploper is in veilige, gezonde en duurzame voeding en een duurzame land- en tuinbouw.”

Een mooi vooruitzicht voor de volksgezondheid, tenminste als we die gezonde voeding dan ook eten. Nederland eet te weinig groente, fruit en vis, volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. En we hebben nog nooit zo weinig geld uitgegeven aan eten als nu. We besteden een groter deel van ons inkomen aan gezondheidszorg dan aan eten. Best vreemd.

En het kan anders. Als we maar willen. De kunst is het te gaan doen. Over vijf tot tien jaar zullen we het volstrekt normaal vinden dat leefstijl als medicijn de eerstekeusbehandeling is bij tal van chronische aandoeningen.

Als leefstijl niet voldoende of niet snel genoeg werkt, zijn medicijnen plan B. Laten we hier ook koploper in worden en er ons voordeel mee doen. Voor het individu en de samenleving, voor onze gezondheidszorg en onze economie. Leefstijl als medicijn heeft de toekomst.

Bron: NRC

Er is een ware revolutie in de Nederlandse eetcultuur aan de gang. Het bewustzijn ten aanzien van eten groeit en mensen streven ernaar om gezonder en duurzamer te leven. Deze omslag uit zich vooral in minder vlees en meer groente. Met de toegenomen aandacht voor groente, groeit ook de creativiteit ten aanzien van de bereidingswijzen. Dit leidt tot bijzondere creaties, niet alleen in restaurants maar ook in keukens bij mensen thuis.

De ster in restaurants en kookboeken

De trend naar gezond eten inspireert chef-koks om van groenten de ster van de avond te maken. Er zijn steeds meer stijlvolle restaurants waar groenten de hoofdrol spelen en vlees en vis niet meer dan een bijgerecht zijn. Bij restaurant Le Jardin in Utrecht noemen ze het ‘groentenomie’; een samentrekking van de woorden groente en gastronomie. Koken met groenten en kruiden is het uitgangspunt, met zo nu en dan een mooi stukje vlees, vis of gevogelte. De liefde voor groente komt ook in sterrenrestaurant NIVEN sterk naar voren. In 2017 verkozen vijfhonderd collega’s de eetgelegenheid voor het derde jaar op rij tot ‘Beste Groenterestaurant van Nederland’.

Ook in de boekenverkoop is de trend terug te zien. Kookboeken werden nooit eerder zo massaal verkocht: in 2016 waren ze goed voor een omzet van maar liefst twintig miljoen euro. Kwamen er in 2015 nog 14 vegetarische kookboeken uit, in 2016 waren dat er al 21. En kijken we naar de huidige top tien bestsellers, dan zien we dat ‘pure’ recepten met veel groente duidelijk de boventoon voeren.

“Een bloemkool at je vroeger standaard met een sausje, maar tegenwoordig kun je die ook als biefstuk of carpaccio eten”

Food watcher en culinair journalist Anneke Ammerlaan

Bijzondere groentecreaties thuis

Niet alleen chef-koks, maar ook consumenten beginnen dus te ontdekken dat er veel meer met groente mogelijk is dan eerder werd gedacht. Er is minder behoefte aan extreme en meer aan gewone groentesoorten, maar dan wel klaargemaakt op een bijzondere manier. Courgettespaghetti en pompoenlasagne worden bijvoorbeeld al veelvuldig voorgeschoteld. En wat dacht je van tartaar van gemarineerde tomaat en aubergine bereid als steak? Bloemkool at je vroeger standaard met een sausje, maar tegenwoordig kun je die ook als pizza, biefstuk of carpaccio eten. Of nog een stapje verder voor de wel heel ijverige keukenprins of -prinses: een trio van bloemkool met gepureerde bloemkool, geroosterde bloemkool en bloemkoolrijst. Een van de meest bijzondere en creatieve vindingen is misschien wel kaviaar van zoete puntpaprika. De siroop van zoete puntpaprika in combinatie met chiazaadjes levert een verrassende smaaksensatie op.

Dat belooft wat voor de toekomst!

Fermenteren, Poké Bowls, veganisme; de foodbranche ontwikkelt zich razendsnel. Marja Vijverberg van Sweetpoint volgt de ontwikkelingen op de voet en zet vijf foodtrends op een rij.

Mensen zijn zich steeds meer bewust van het belang van gezond eten. Televisieprogramma’s confronteren consumenten met wat ze daadwerkelijk binnenkrijgen en maakt ze kritischer op voedsel dan voorheen.
Daarnaast is er meer aandacht voor duurzaamheid, waardoor de populariteit van de veganistische keuken, fermenteren en puur eten toeneemt. Wat zie je nog meer gebeuren op het gebied van food?

Vijf trends:

Gezonde kant-en-klaarmaaltijden
De vraag naar gemaksproducten zoals kant-en-klaarmaaltijden stijgt jaarlijks met tien procent. De afgelopen tijd zijn vooral de gezondere varianten van de kant-en-klaarmaaltijden heel populair. We hebben weinig tijd om lang in de keuken te staan, maar willen wél gezond eten. Supermarkten spelen hier slim op in met nieuwe maaltijden die veel verse groenten en minder kunstmatige geur- en smaakstoffen bevatten.

Veganisme
De vegetarische keuken wordt steeds meer omarmt en er openen talloze vegetarische restaurants. Gerechten zonder vlees of vis bestellen is niet meer vreemd of saai. Met veganisme gaan we nu een stapje verder. Trendwatcher Anneke Ammerlaan vertelt: “De belangrijkste redenen van het ontstaan van de vegan-trend is 1. dierenactivisme 2. gezondheid en 3. het milieu. De trend brengt ons nieuwe smaken en andere producten. Ook gaan we meer experimenteren met groenten en creatieve variaties maken op ‘klassieke’ gerechten.”

Om de groente-eter meer tegemoet te komen is bij de Amerikaanse supermarktketen Whole Foods onlangs zelf een ‘produce butcher’ (groenteslager) in dienst genomen. De consument haalt de groenten op de groenteafdeling, loopt naar de groenteslager en laat daar alles snijden, snipperen of raspen.

Kombucha
Aansluitend op de interesse in plantaardig eten en nieuwe smaken, zijn al aardig wat mensen aan het fermenteren geslagen; een proces waarbij bacteriën, schimmels en gisten gebruikt worden om een voedingsmiddel te maken. Het afgelopen jaar stond al in het teken van inmaken en fermenteren en deze trend zet zich onverminderd voort. Kombucha is de nieuwste vondst: een Japanse drank die ontstaat uit de fermentatie van gezoete thee. Naast de enzymen, zuren en vitamine B en C die Kombucha rijk is, heeft het drinken ervan een zuiverende werking. Veel Japanse moeders uit de jaren 70 wisten dat al lang. Zij ruilden hét belangrijkste ingrediënt, de zwam, op het schoolplein met elkaar uit om nieuwe Kombucha uit te proberen.

Poké Bowls
De Poké Bowl is een traditioneel gerecht uit Hawaii en bevat ingrediënten als rijst, groenten, fruit, vis, vlees en/of tofu. Dit wordt in kleine stukjes gesneden en in een kom gelegd. Daar komt een sausje bij waarna je het geheel kan mengen. Het heeft wat weg van sushi, maar is echt een maaltijd op zichzelf. In Nederland beginnen de bowls steeds meer bekendheid te krijgen en zie je ze vaker op menukaarten terug. Er zijn zelfs enkele restaurants die zich enkel op Poké Bowls richten, zoals Poké Perfect (Amsterdam) en Poké Bowl (Rotterdam).

Smørrebrød op de kaart
Smørrebrød is het klassieke lunchgerecht van Denemarken en betekent letterlijk ‘boterham’. Dit herontdekte lunchgerecht bestaat uit een snee roggebrood, rijkelijk belegd met uiteenlopende ingrediënten. Met de opkomst van de New Nordic Cuisine is de klassieker weer erg in trek geraakt. Roggebrood bevat minder koolhydraten dan volkorenbrood én meer vezels waardoor het perfect in de trend van gezonde voeding past.

Download het e-book voor meer informatie over de huidige trends op het gebied van food.

Gevoelsmatig lijkt het zo vanzelfsprekend: biologisch voedsel moet toch wel beter zijn voor mens en milieu? Maar volgens deskundigen is dat helemaal niet zo. Het is niet gezonder, niet duurzamer en het smaakt ook niet beter.

In HP/De Tijd legt de Belgische milieuactivist en ethicus Stijn Bruers uit hoe het zit. Ooit geloofde hij heilig in biologisch voedsel. “Wij mensen gaan vaak af op onderbuikgevoelens en we koesteren soms irrationele denkbeelden. Ook milieuactivisten zijn daar vatbaar voor. Ik heb me er eveneens schuldig aan gemaakt, maar wetenschappelijk onderzoek heeft me de ogen geopend,” zegt Bruers.

Meer land nodig

“Het grote probleem is dat er voor biologische producten veel meer land nodig is,” stelt hij. “Bioboeren gebruiken minder effectieve pesticiden en daardoor is hun opbrengst kleiner. Ze hebben meer grond nodig om evenveel voedsel in de winkel te krijgen. Ze gebruiken bovendien geen kunstmest, maar dierlijke mest. Daarvoor heb je ook extra grond nodig: om de dieren die de mest leveren te houden en hun voer te produceren. Ook in de bioveeteelt is meer land nodig.”

Bruers legt uit: “Biologisch veevoer verbouwen kost meer land en daarnaast leven de dieren ook nog eens langer, waardoor ze meer van dat voer verbruiken. Groter landverbruik resulteert in ontbossing. Als we allemaal biologisch zouden gaan eten, zouden er heel veel bossen gekapt moeten worden. Het gevolg is: minder natuurgebieden.” Maar dat is volgens Bruers niet het hele verhaal. “Omdat de dieren langer leven, veroorzaakt de bioveeteelt meer vervuiling: de dieren produceren meer mest en broeikasgassen. Koeien die meer gras eten, zoals in de biolandbouw het geval is, stoten meer methaan uit.”

Pesticiden

Bovendien gebruiken ook bioboeren pesticiden. Weliswaar de natuurlijk variant maar die is niet per se beter dan de chemische. “Biologische boeren gebruiken bijvoorbeeld kopersulfaat om bepaalde schimmels tegen te gaan. Dat is tien keer giftiger dan synthetische middelen tegen schimmel. En omdat natuurlijke bestrijdingsmiddelen vaak minder effectief zijn, moeten deze boeren ook vaker sproeien. Aan de andere kant is het ook zeker waar dat bioboeren sommige schadelijke chemische pesticiden vermijden. Dat is positief.”

Biodiversiteit

Bruers krijgt bijval van wetenschapsjournalist Hidde Boersma, mede-auteur van het onlangs verschenen boek Ecomodernisme: het nieuwe denken over groen en groei. “Op biologische akkers heb je ongeveer twintig procent minder opbrengst, doordat je meer last hebt van ongedierte en onkruid. Als je daarbij de extra grond optelt die je nodig hebt voor mest, dan kom je op 30 à 35 procent meer landgebruik dan bij conventionele akkers. […] Ik snap niet dat de aanhangers van biologische voeding daar zo makkelijk overheen stappen. Als je meer natuur op de planeet wilt, dan moet daar toch grond voor zijn?”

Op een biologische akker is meer biodiversiteit, geeft Broersma toe. “Je hebt er meer vogels, insecten en slakken, maar daar staat tegenover dat je extra bos moet kappen om dezelfde hoeveelheid voedsel te kunnen verbouwen. Je offert dus meer bos op. En de biodiversiteit op een akker staat nooit in enige verhouding tot de biodiversiteit in de echte natuur.”

Niet gezonder

Biologisch eten is zelfs niet gezonder. “Er zijn wel aanwijzingen dat in sommige biologische producten iets meer mineralen en vitaminen zitten, maar het verschil is verwaarloosbaar klein. Biologisch eten is niet gezonder en zelfs niet lekkerder. Mensen kunnen bij een blinde proef biologisch en niet-biologisch niet uit elkaar houden. Waarom ze dan toch bij hoog en bij laag beweren dat die biologische aardbeien lekkerder zijn? Het is het idee. Dat is een serieuze factor die je niet moet onderschatten. Mensen vinden biologisch eten lekkerder, puur vanwege het idee.”

Maar wat kunnen we dan wel doen om het milieu te verbeteren? Het antwoord is simpel en vast bekend: “Minder vlees. Als je echt iets wilt doen voor een beter milieu, eet dan minder vlees. Want zeventig procent van alle landbouwgrond wordt gebruikt om vee te houden of om voedsel te verbouwen voor het vee. Er is zo verschrikkelijk veel land nodig om een stukje vlees te maken,” aldus Broersma.

Bron: www.welingelichtekringen.nl

Meer over dit onderwerp